Bezwaren Interpolis door Rechtbank Arnhem afgewezen

Bezwaren Interpolis door Rechtbank Arnhem afgewezen

Tjip Ridder

De Rechtbank Arnhem heeft bezwaren van Interpolis tegen deskundigenberichten afgewezen. Het ging in deze zaak om de vraag, of de door eiseres ervaren vermoeidheids- en hoofdpijnklachten, concentratie- en geheugenstoornissen (cognitieve klachten) het gevolg zijn van het ongeval uit 2001. Kennelijk was de vrouw als eiseres in het kader van een deskundigenbericht, onderzocht door een neuroloog/neuropsycholoog en daarna door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. De uitkomsten waren Interpolis kennelijk niet welgevallig en Interpolis maakte daartegen bezwaar.

Neuropsychologisch onderzoek

Volgens Interpolis zouden de testresultaten van het neuropsychologisch onderzoek niet bruikbaar zijn en zou er op basis van de verkregen resultaten dus geen uitspraken kunnen worden gedaan over het neuropsychologisch functioneren van de vrouw. Zij zou – aldus Interpolis – immers onvoldoende hebben gescoord op de symptoomvaliditeitstests die deel hebben uitgemaakt van het onderzoek. Dat bezwaar  legt de rechtbank terzijde. Uit het rapport volgt immers dat slechts op één taak net onder het afkappunt is gescoord. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de onderzoeksgegevens. Niet gebleken is dat de neuropsycholoog vervolgens daaraan geen gevolg heeft gegeven. Zo heeft zij gemotiveerd dat ook andere factoren (gedrags- en stijlkenmerken) het in kaart gebrachte profiel van functioneren mede inkleuren. Met andere woorden, niet enkel de uitslag van de symptoomvaliditeitstests is bepalend voor de validiteit van het onderzoek, ook andere factoren spelen een rol bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de testresultaten. Met die factoren heeft de deskundige al rekening gehouden. Daarom kan niet gezegd worden dat de testresultaten niet valide zijn.

Interpolis heeft als tweede, bezwaar gemaakt tegen de conclusie de eiseres voor het ongeval niet bekend was met afwijkingen op neuropsychologisch vakgebied. Daartoe heeft Interpolis slechts aangevoerd dat zij voor het ongeval onder behandeling was van een psycholoog en dat zij een studie heeft moeten afbreken. Aan die niet nader gemotiveerde standpunten, die Interpolis thans voor het eerst inneemt, zal voorbij worden gegaan. Het afbreken van een studie en het onder behandeling zijn van een psycholoog zegt immers niets over de aanwezigheid van cognitieve beperkingen (!).

Interpolis heeft ten slotte aangevoerd dat de neuropsycholoog ten onrechte de cognitieve klachten aan het ongeval heeft toegerekend, terwijl zij geen rekening heeft gehouden met andere ingrijpende life-events die hebben plaatsgevonden voor het ongeval. Ook daaraan wordt voorbij gegaan. In het rapport wordt uitgebreid stilgestaan bij deze life-events en wordt beschreven dat de vrouw met professionele hulp een en ander een plaats heeft kunnen geven in haar leven.

Predispositie doorbreekt het causaal verband niet

Ter beoordeling ligt dan aan de rechtbank de vraag voor of de door de vrouw ervaren vermoeidheidsklachten, hoofdpijnklachten, concentratie- en geheugenstoornissen het gevolg zijn van het ongeval uit 2001. Bij die beoordeling staat voorop dat het bestaan van een neurologisch substraat, anders dan Interpolis in haar conclusie na deskundigenbericht lijkt te stellen, geen voorwaarde is voor het vaststellen van causaal verband. De vraag dient zich aan – mede gelet op het door Interpolis gevoerde verweer – of de beperkingen die de vrouw ervaart en die worden versterkt door de wijze waarop zij daarmee omgaat nog als een gevolg van het ongeval daaraan toe te rekenen is. Volgens vaste rechtspraak moeten pijnklachten die voortkomen uit een door een slachtoffer persoonlijke predispositie bepaalde reactie op het ongeval, in beginsel aan de veroorzaker van het ongeval worden toegerekend, ook al ligt dat buiten de normale lijn van de verwachtingen (o.a. HR 8 februari 1986, NJ 1986, 137). De rechtbank ziet geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. De beperkingen die het slachtoffer ervaart en die worden versterkt door de wijze waarop zij daarmee omgaat worden dan ook als een gevolg van het ongeval daaraan toegerekend.

Interpolis heeft nog aangevoerd dat de vrouw met het rapport van de neuropsycholoog niet heeft bewezen dat haar pretense klachten aanwezig, reëel, niet ingebeeld, niet overdreven en niet voorgewend zijn. Daaraan zal voorbij worden gegaan. Het onderzoek van neuropsycholoog heeft er namelijk in voorzien om het functioneren van de vrouw te toetsen op de mate van onderpresteren. Met andere woorden, neuropsycholoog heeft wel degelijk rekening gehouden met de mogelijkheid dat de vrouw haar klachten heeft voorgewend, of anderszins ernstiger heeft voorgedaan dan de klachten in werkelijkheid zijn.  De deskundige is (desondanks) tot de conclusie gekomen dat sprake is cognitieve beperkingen die door het ongeval (en de wijze waarop de vrouw daarmee om is gegaan) zijn veroorzaakt. De conclusies van het rapport van de neuropsycholoog worden overgenomen en vast is dan ook komen te staan dat de vrouw cognitieve beperkingen heeft die er voor het ongeval niet waren en die direct in aansluiting aan het ongeval zijn ontstaan. Op grond van al het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de cognitieve klachten (vermoeidheidsklachten, hoofdpijnklachten, concentratie- en geheugenstoornissen) zijn veroorzaakt door en zijn toe te rekenen aan het ongeval.

Naschrift Ridder Letselschade

De krampachtige pogingen van Interpolis om de conclusies van de deskundigen onderuit te halen, zijn een laatste poging om de schade te reduceren. Waarschijnlijk waren deze onderzoeken al nodig omdat Interpolis ook in het minnelijke traject het causaal verband tussen klachten en ongeval niet heeft willen accepteren.

Verzekeraars moeten maar wennen aan het idee, dat het in toenemende mate door de rechtspraak wordt geaccepteerd dat er toch causaal verband is tussen (subjectieve) klachten en een handeling waarvoor zij aansprakelijk zijn. Louter afwijzen omdat de medisch adviseur het niet op medische gronden aangetoond acht, gaat niet meer op.

Medisch dossier

Het medisch dossier speelt wel een rol bij de beoordeling. Immers, daaruit moet blijken dat zulke klachten er voor het ongeval niet waren en direct aansluitend aan het ongeval zijn gaan spelen. Dat is de basis voor het succesvol kunnen vorderen van de geleden letselschade.

Vragen over uw claim?

Stel ze gratis aan Ridder Letselschade! Wij zitten op werkdagen tot 22.00 uur klaar voor het beantwoorden van uw vragen. Het kost u niets! 036 – 522 03 42.

De laatste blogs

Default Image

Waarom keurmerkkantoren lid moeten worden van de NLE

Medio 2023 is Ridder Letselschade weer lid geworden van de branchevereniging Nederlandse Letselschade Experts (NLE). Wij merkten namelijk dat de NLE ondertussen was uitgegroeid tot een volwaardige branchevereniging, die de belangen van de aangesloten leden en daarmee van slachtoffers die letselschade willen claimen, behartigt. Belangrijk is om te vermelden dat de NLE alleen toegankelijk is […]

Tjip Ridder

Lees meer
Default Image

Hoe zit het met de kosten wanneer je letselschade wilt claimen?

Vaak krijgen wij vragen van (mogelijke) cliënten hoe het met de kosten zit die ze moeten betalen voor het claimen van hun letselschade, de zogenaamde buitengerechtelijke kosten. Vaak vraagt men of het op basis van no cure no pay kan. Dat kan dus niet, maar onze oplossing is nog veel voordeliger voor de cliënt. Dat […]

Tjip Ridder

Lees meer
Default Image

Second opinion levert € 140.000,00 op!

In februari 2021 namen wij een dossier over van een rechtsbijstandsverzekeraar, omdat hun verzekerde, een man van toen 26 jaar, ontevreden was over de dossierbehandeling. Hij had begin 2017 een eenzijdig ongeval doorgemaakt en werd sindsdien bijgestaan door de rechtsbijstandsverzekeraar tegen de SVI-verzekeraar. Deze jongeman had tot het moment van de overname slechts € 1.200,00 […]

Tjip Ridder

Lees meer
© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks