Causaal verband en predispositie

De rechtbank in Rotterdam maakt korte metten met het verweer van Allianz wat betreft causaal verband en predispositie. In de uitspraak, een deelgeschil letselschade, kwamen relevante overwegingen van de rechtbank aan de orde op het gebied van met name het causaal verband, de predispositie, het verzoek tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding en de kostenbegroting.

Verkeersongeval

Op 6 juli 2003 is een jonge militair op zijn motor bij een verkeersongeval betrokken waarbij hij letsel en schade heeft opgelopen. Het ongeval en het letsel was het gevolg van onoplettend verkeersgedrag van een bestuurder van motorvoertuig dat bij Allianz verzekerd was. Allianz heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval jegens erkend, maar er ontstond (uiteraard) discussie over causaal verband etc.

De jongeman raakte als gevolg van het ongeval en de klachten arbeidsongeschikt en ontving een uitkering van het UWV. Er is vervolgens een neurologische expertise verricht, waaruit bleek dat er kon worden gesproken over “klachten van hoofdpijn en geheugenstoornissen opgetreden na een ongeval, waarvoor geen neurologisch substraat is aan te geven”. Er zou geen sprake van beperkingen zijn en met vbeel pijn en moeite werd 1% blijvende algehele invaliditeit geduid. Ook werden er geen beperkingen aangemerkt en zou er kans zijn op verbetering. Ook zou er volgens de neuroloog sprake zijn van een onjuiste diagnose in de behandelend sector.

Ook niet objectiveerbare klachten voor rekening dader

Vervolgens is er een psychologische expertise aangevraagd.  Uit dat onderzoek kwam naar voren, dat er niet zoveel aan de hand was en zeker niet als gevolg van het ongeval. Wel was er sprake van enige al voor het ongeval aanwezige factoren die van invloed waren. Er is vervolgens onenigheid over de bruikbaarheid van de expertiserapporten. De rechtbank stelt dat die rapporten in beginsel hebben te dienen als bewijs in deze kwestie. Vervolgens knaagt Allianz aan het causaal verband, maar daarmee maakt de rechtbank ook korte metten.  Immers, als uitgangspunt geldt dat de stelplicht en de bewijslast van  het causaal verband tussen het ongeval, de klachten en de schade in beginsel op het slachtoffer rust, maar aan het te leveren bewijs mogen (en dat weet Allianz natuurlijk al lang!) geen al te hoge eisen worden gesteld, in die zin dat het ontbreken van een specifieke medische aantoonbare verklaring voor de klachten niet in de weg staat aan het oordeel dat het bewijs van het oorzakelijk verband geleverd is. Tot op zekere hoogte komt het immers voor risico van de aansprakelijke partij dat het slachtoffer van een verkeersongeval daardoor ook klachten kan ondervinden die zich slechts in beperkte mate lenen voor objectivering. Het gaat niet om medische maar om juridische causaliteit. Voor het aanwezig zijn van dat laatste gaat het erom of de klachten als zodanig daadwerkelijk bestaan en dat die klachten mede gelet op de toedracht van het ongeval daaraan redelijkerwijs kunnen worden toegeschreven. Indien komt vast te staan dat het slachtoffer voor het ongeval deze klachten niet had, de klachten op zich door het ongeval veroorzaakt kunnen worden en een alternatieve verklaring voor de klachten ontbreekt, zal het bewijs van het oorzakelijk verband daarmee veelal geleverd zijn.

Zwolsche Algemeene/De Greef?

Welke overwegingen hanteert de rechtbank bij het aannemen van het causaal verband? Dat zijn de aloude overwegingen uit Zwolsche Algemeene/De Greef, die al vele jaren kunnen en in feite moeten worden toegepast. Dus, geen vergelijkbare klachten voor het ongeval. De beschikbare medische informatie (vooral een rapport van medische goedkeuring als militair) wijst zelfs sterk in de richting dat dit niet zo was. De klachten die hij nu heeft, kunnen bovendien op zichzelf door het ongeval verklaard worden en ook is geen sprake van een alternatieve oorzaak. Volgens de rechtbank blijkt uit de expertiserapporten dat de man deze klachten niet zou hebben gehad zonder ongeval. Hij overdrijft of simuleert niet, de klachten zijn reëel, niet ingebeeld of voorgewend. Kortom, tussen de klachten en het ongeval is een causaal verband aanwezig.

Predispositie doorbreekt causaal verband niet

Dan probeert Allianz de boot af te houden door te wijzen op een predispositie (bepaalde gesteldheid van de man voor het ongeval, maar zonder klachten). Tja, de rechtbank verwijst naar de bekende uitspraken van de Hoge Raad, waarin is gesteld dat een predispositie niet afdoet aan het causaal verband tussen het ongeval en de klachten. Deze predispositie wordt namelijk op grond van de heersende jurisprudentie aan de aansprakelijke partij toegerekend. Een veroorzaker van een ongeval heeft het slachtoffer, te nemen zoals hij is. Voor zover Allianz van een ander standpunt uitgaat, is dit onjuist. Allianz doet vervolgens wat veel verzekeraars doen, namelijk een slachtoffer het verwijt maken dat men na het ongeval nog heeft doorgewerkt. Ook de omstandigheid dat de man nog enige tijd heeft doorgewerkt doet daaraan niet af. De aard van de ondervonden klachten kan een zekere mate van negeren daarvan mogelijk maken, terwijl daarnaast uit de beschikbare informatie duidelijk is dat er in toenemende mate problemen ontstonden. Wel kan de gestelde predispositie onder omstandigheden een rol spelen bij de schadebegroting en dan met name bij de vraag of ook zonder ongeval dezelfde of soortgelijke klachten later toch zouden zijn ontstaan en, zo ja, wanneer. Dan moet er wellichtbij de berekening van de toekomstschade, worden uitgegaan van een minder lange looptijd.

Conclusies rechtbank

Dan volgen nog enkele schermutselingen over het benoemen van een nieuwe deskundige, over de begroting van de kosten van het geding en komt de rechtbank tot een uitspraak. Wat betreft de kosten buiten rechte, het volgende. Naar vaste jurisprudentie mag een aansprakelijke partij niet zomaar iets roepen over de omvang van de kosten buiten rechte, maar moet worden aangegeven welke kosten niet redelijk zijn. Wat doet de rechtbank? Zonder motivering stelt de rechtbank dat 26 uur werken aan de deelgeschilprocedure te veel is en maakt er doodleuk 16 uur van. Hoezo motiveren? De rechtbank stelt letterlijk:” Voor wat betreft de aan het opstellen van het verzoekschrift bestede tijd acht de rechtbank 27,16 uur in het kader van dit deelgeschil echter niet redelijk. Zij zal daarvoor in het verband van dit geschil nu een aantal uren van 16 in aanmerking nemen. De rechtbank begroot de kosten mitsdien op EUR 6.239,50 inclusief griffierecht ad EUR 588,=.

© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks