Geen aansprakelijkheid voor werkgever bij arbeidsongeval

Geen aansprakelijkheid voor werkgever bij arbeidsongeval

Tjip Ridder

Werkgever niet aansprakelijk voor val in donkere kelder na waarschuwing

Een werknemer loopt tijdens zijn proeftijd mee met hoofdmonteur bij een renovatieproject van een school. Hij kreeg te horen dat hij zijn werkzaamheden moest beëindigen, omdat de stroom op de hele bouwplaats werd afgeschakeld. Hij is vervolgens toch weer de kelder in gegaan om met een zaklamp zijn werk verder af te maken (niet slim inderdaad). Bij het afdalen is hij van een uitklapbare trap gevallen en met zijn rug op een obstakel terechtgekomen. Hij stelt de werkgever aansprakelijk op grond van art 7:658 BW. Dat artikel zegt eigenlijk dat een werkgever moet zorgen voor veilige werkomstandigheden.4

Zorgplicht werkgever

De kantonrechter in Noord-Holland oordeelt dat de werkgever niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Uit verklaringen is namelijk gebleken dat tegen de werknemer is gezegd dat hij niet meer de kelder in mocht. Uit verklaringen kan worden geconcludeerd dat de werknemer tegen de instructie in op eigen initiatief weer de kelder is ingegaan. De vordering werd bij uitspraak van 28 september 2016 afgewezen, maar is dat wel terecht?

Arbeidsongeval

Volgens de rechtbank staat voldoende vast dat op 9 december 2011, tijdens het werk, een arbeidsongeval heeft plaatsgevonden, nu uit de getuigenverklaringen blijkt dat de getuigen geschreeuw en/of geroep van de werknemer uit de kelder hoorden, dat de werknemer die dag naar de afdeling Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis is vervoerd en dat daar bij de werknemer rugletsel is vastgesteld. Dat is al wel mooi geconcludeerd, want deze omstandigheden zijn kennelijk voldoende om tot de conclusie te komen dat er ‘dan’ wel een arbeidsongeval zal zijn gebeurd.

De kernvraag die de beide partijen (werkgever en werknemer) verdeeld houdt is of de werkgever, zoals de werknemer stelt, tekort is geschoten in haar zorgplicht als werkgever. Die vraag wordt ontkennend beantwoord, waarbij de kantonrechter een aantal getuigenverklaringen doorslaggevend acht. Uit die verklaringen blijkt met name het volgende. Toen de werknemer bezig was werkzaamheden te verrichten in voornoemde kelder heeft de hoofdmonteur geroepen dat de stroom eraf ging en dat de werknemer naar boven moest komen. Hierop is de werknemer in het donker via de ladder naar boven gekomen en vervolgens is er onenigheid ontstaan tussen hem en de hoofdmonteur. Uit diens getuigenverklaring blijkt dat hij tegen de werknemer heeft gezegd, dat de werknemer het bouwterrein af moest en dat hij ondanks die mededeling met een zaklamp weer de kelder is ingegaan. Uit een andere verklaring blijkt dat de hoofdmonteur heeft gezegd, dat men niet meer de kelder in mocht en dat zij het werk later konden afmaken. De werknemer is toen echter toch weer de kelder ingegaan met een zaklamp. Hij heeft verklaard dat toen hij weer naar beneden ging, de hoofdmonteur hem niet heeft gewaarschuwd. Uit deze verklaringen kan worden geconcludeerd dat de werknemer tegen de instructie van de hoofdmonteur in op eigen initiatief weer de kelder is ingegaan. Dat hij dat deed in een emotionele toestand, dan wel uit schuldgevoel om het werk af te maken, doet hieraan niet af. Ook het feit dat hij nog geen VCA certificaat had doet hieraan niet af, nu niet blijkt dat het hier uitvoering betrof van opgedragen werkzaamheden; de werknemer is uit eigen beweging voor de tweede keer de kelder ingegaan.

Daarom kan volgens de rechtbank niet worden geconcludeerd dat de werkgever aansprakelijk kan worden gehouden voor de door de werknemer gestelde schade en/of het letsel dat hem is overkomen. Om die reden kan evenmin worden geoordeeld dat de werkgever haar zorgplicht jegens de werknemer heeft geschonden.

Geen fysieke maatregelen nodig

De rechtbank gaat nog even in op het volgende. Uit de getuigenverklaringen blijkt, nadat de stroom eraf was gehaald en de werknemer uit de kelder naar boven was gekomen, er een emotionele discussie heeft plaatsgevonden tussen de werknemer en de hoofdmonteur. Dit rechtvaardigt echter volgens de rechtbank niet de conclusie dat het door de werknemer op eigen initiatief weer naar beneden afdalen in de kelder ondanks eventuele waarschuwingen dat de werkgever daarmee in haar zorgplicht tekort is geschoten. Van de hoofdmonteur behoefde niet te worden verlangd dat hij het afdalen door de werknemer fysiek onmogelijk had moeten maken. Dat laatste zou kunnen zijn ontaard in een handgemeen met alle negatieve gevolgen van dien.

Gelet hierop wil de rechtbank zich niet uitlaten over de vraag, of hier sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werknemer.

Conclusie en naschrift

Voor mij is dit een onbegrijpelijke uitspraak. Immers, er is sprake van onveilige werkomstandigheden doordat de stroom werd uitgeschakeld en er daardoor een donkere werkplek is ontstaan. Daarin is iemand aan het werk gegaan, vervolgens gevallen met rugletsel tot gevolg, dat staat volgens de rechtbank vast . Er is geen sprake geweest van opzet of bewuste roekeloosheid, althans aan de beoordeling daarvan is de rechtbank niet toegekomen. Maar uit de jurisprudentie blijkt dat dat niet snel wordt aangenomen.

De rechtbank vindt niet dat de werkgever meer had kunnen doen dan men heeft gedaan en met name niet het met fysieke maatregelen tegenhouden van de werknemer. Maar, had de werkgever, wetende dat de werknemer toch weer naar beneden was gegaan, het licht niet alsnog weer moeten aandoen? Nu heeft men als werkgever zelf bewust het risico genomen een onveilige situatie te laten voortbestaan en daarmee heeft men de kans op het ontstaan van (ernstig) letsel op de koop toe genomen.

De verplichtingen van een werkgever gaan ver, soms moeten ook heel ervaren werknemers tegen zichzelf in bescherming worden genomen door fysieke maatregelen. Bij het scheppen van gevaarzettende situaties buiten een arbeidsverhouding moeten soms al fysieke maatregelen worden genomen om schade en letsel te voorkomen (zie bijvoorbeeld het ‘Jetblast’ arrest van de Hoge Raad). Hier hebben we te maken met een nieuwe werknemer die nog in zijn proeftijd zat en (wellicht onder dreiging van het niet verlengen van zijn dienstverband) zijn werk wilde afmaken. Moet die dan niet door zijn werkgever worden beschermd en bij gebreke daarvan, worden gecompenseerd voor zijn schade? Ik ben benieuwd of hier hoger beroep wordt ingesteld en zo ja, wat daarvan de uitkomst zal zijn.

 Mr. T. Ridder

Ridder Letselschade

De laatste blogs

Default Image

Waarom keurmerkkantoren lid moeten worden van de NLE

Medio 2023 is Ridder Letselschade weer lid geworden van de branchevereniging Nederlandse Letselschade Experts (NLE). Wij merkten namelijk dat de NLE ondertussen was uitgegroeid tot een volwaardige branchevereniging, die de belangen van de aangesloten leden en daarmee van slachtoffers die letselschade willen claimen, behartigt. Belangrijk is om te vermelden dat de NLE alleen toegankelijk is […]

Tjip Ridder

Lees meer
Default Image

Hoe zit het met de kosten wanneer je letselschade wilt claimen?

Vaak krijgen wij vragen van (mogelijke) cliënten hoe het met de kosten zit die ze moeten betalen voor het claimen van hun letselschade, de zogenaamde buitengerechtelijke kosten. Vaak vraagt men of het op basis van no cure no pay kan. Dat kan dus niet, maar onze oplossing is nog veel voordeliger voor de cliënt. Dat […]

Tjip Ridder

Lees meer
Default Image

Second opinion levert € 140.000,00 op!

In februari 2021 namen wij een dossier over van een rechtsbijstandsverzekeraar, omdat hun verzekerde, een man van toen 26 jaar, ontevreden was over de dossierbehandeling. Hij had begin 2017 een eenzijdig ongeval doorgemaakt en werd sindsdien bijgestaan door de rechtsbijstandsverzekeraar tegen de SVI-verzekeraar. Deze jongeman had tot het moment van de overname slechts € 1.200,00 […]

Tjip Ridder

Lees meer
© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks