Letselschade bij de tandarts

Letselschade bij de tandarts

Tjip Ridder

De rechtbank van ‘s-Hertogenbosch heeft op 26 januari jl.uitspraak gedaan in een wat merkwaardige letselschadezaak. Wat was het geval. Een jongen van vier jaar oud komt bij de tandarts om een gaatje te laten vullen. Een week daarvoor is bij hem zonder verdoving een kies getrokken, dus hij is gewaarschuwd . . . De jongen is daardoor bang en wil niet vrijwillig meewerken aan wat weer een pijnlijke behandeling belooft te worden. Hij houdt beide handen voor zijn mond. De tandarts pakt de beide handen van de jongen vast om ze weg te halen van zijn mond. De jongen trekt vervolgens een van zijn handen los. Daarbij verdraait de tandarts zijn duim. De tandarts stelt de vader aansprakelijk voor de schade die hij mogelijk in de toekomst zal lijden. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de vader heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. Nu mag de rechter het zeggen.

Arbeidsongeschiktheid

De tandarts vreest dat in de toekomst een hersteloperatie aan zijn duim nodig is. In dat geval zal hij zijn werk als tandarts enige tijd niet kunnen uitoefenen. Zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering zal dan maar een beperkt bedrag uitkeren. Verder bestaat de kans op voortijdige artrose. Hij vordert een verklaring voor recht dat de vader aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de gedraging van het jongetje. De tandarts legt aan zijn vordering ten grondslag dat er onrechtmatig jegens hem is gehandeld, als gevolg waarvan zijn rechterduim is verdraaid.

Overwegingen rechtbank

Een kind jonger dan veertien jaar kan niet aansprakelijk worden gehouden voor zijn onrechtmatige gedragingen. Wel kan de ouder of voogd van het kind onder omstandigheden aansprakelijk zijn. Dit betreft een zogenaamde risicoaansprakelijkheid die in artikel 6:169 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW) is vastgelegd. Dit artikel luidt: “Voor schade aan een derde toegebracht door een als een doen te beschouwen gedraging van een kind dat nog niet de leeftijd van veertien jaren heeft bereikt en aan wie deze gedraging als een onrechtmatige daad zou kunnen worden toegerekend als zijn leeftijd daaraan niet in de weg zou staan, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk.” De vordering is gebaseerd op deze risicoaansprakelijkheid van de vader (pro se) voor de gedraging van zijn minderjarige zoon. Vast staat dat de vader het ouderlijk gezag heeft over zijn zoon. Verder is niet in geschil dat de beweging die het jongetje in de stoel met zijn hand of arm heeft gemaakt een als doen te beschouwen gedraging betreft. Aan die voorwaarden van artikel 6:169 lid 1 BW is dus voldaan.

Onrechtmatige daad?

Vervolgens moet beoordeeld worden of de gedraging van het kind een toerekenbare onrechtmatige daad oplevert. Daarbij moet geabstraheerd worden van zijn leeftijd. Het gaat er dus om of zijn gedraging als onrechtmatig is te beschouwen als hij veertien jaar of ouder zou zijn geweest. Partijen verschillen van mening over de precieze toedracht. Het bewijs van de door de tandarts geschetste toedracht rust op grond van de wet op hem. Of hem bewijs moet worden opgedragen van die toedracht, hangt af van het antwoord op de vraag of de vordering, uitgaande van de door hem] geschetste toedracht, kan worden toegewezen of niet. Is dat niet het geval dan komt de rechtbank ook niet toe aan het opdragen van bewijs.

Paniekreactie

Duidelijk is dat de jongen erg bang was voor de tandarts omdat de week daarvoor bij hem een kies was getrokken zonder verdoving. De tandarts wist dat en heeft eerst tien minuten lang geprobeerd de jongen gerust te stellen. Toen heeft hij met de hulp van enkele assistentes ingeroepen maar ondertussen geprobeerd de handen van de jongen weg te trekken. De reactie van het kindis aan te merken als een (paniek)reactie die niet zo onverwachts was dat de tandarts daar als professioneel hulpverlener met (een ter zitting gebleken) ruime ervaring als tandarts niet op bedacht hoefde te zijn. Hij heeft de ingeroepen extra assistentie, die hij kennelijk nodig vond om op een (voor hem) veilige en verantwoorde wijze tot behandeling te kunnen komen, niet afgewacht maar is alleen doorgegaan. Niet valt in te zien waarom hij de komst van beide assistentes niet had kunnen afwachten. Nadat beide assistentes aanwezig waren, is het kind vervolgens zonder problemen behandeld. De tandarts had dus zelf eenvoudig maatregelen kunnen nemen ter voorkoming van letsel. Hij had daartoe al actie ondernomen, maar heeft er zonder goede redenen voor gekozen de komst van beide assistentes niet af te wachten.

Voorzienbaarheid

Het was voorzienbaar dat de hand van de tandarts bij een afwerende beweging van het kind in de geschetste omstandigheden in aanraking zou komen met diens hand. Maar dat daarbij ook daadwerkelijk letsel zou ontstaan was naar het oordeel van de rechtbank niet te verwachten. Het ligt meer voor de hand dat het in aanraking komen van de handen alleen tot lichamelijk contact zou hebben geleid en niet meer dan dat. Verder geldt dat, zonder afbreuk te willen doen aan het letsel dat de eiser heeft opgelopen en mogelijk nog zal oplopen, de gevolgen van het letsel niet als heel groot zijn aan te merken. De tandarts voert nog steeds zijn werkzaamheden als tandarts uit. Bij een eventuele toekomstige operatie zal hij weliswaar enige weken zijn functie niet kunnen uitoefenen maar dat is van tijdelijke aard. Verder bestaat een kans op voortijdige artrose maar of zich dat zal voordoen en wat daarvan de gevolgen zijn, is niet duidelijk. De kans dat ernstig letsel zou ontstaan bij de tandarts door de (paniek)reactie van het jongetje was dus naar het oordeel van de rechtbank niet zo groot dat die reactie onzorgvuldig was. De rechtbank concludeert dat de gedraging van het vierjarige kind, als hij veertien jaar of ouder zou zijn geweest, niet als onrechtmatig is te beschouwen. De vader is daarom niet aansprakelijk voor de gedraging van zijn zoontje.

De rechtbank wijst daarom de vordering van de tandarts af.

De laatste blogs

Default Image

Waarom keurmerkkantoren lid moeten worden van de NLE

Medio 2023 is Ridder Letselschade weer lid geworden van de branchevereniging Nederlandse Letselschade Experts (NLE). Wij merkten namelijk dat de NLE ondertussen was uitgegroeid tot een volwaardige branchevereniging, die de belangen van de aangesloten leden en daarmee van slachtoffers die letselschade willen claimen, behartigt. Belangrijk is om te vermelden dat de NLE alleen toegankelijk is […]

Tjip Ridder

Lees meer
Default Image

Hoe zit het met de kosten wanneer je letselschade wilt claimen?

Vaak krijgen wij vragen van (mogelijke) cliënten hoe het met de kosten zit die ze moeten betalen voor het claimen van hun letselschade, de zogenaamde buitengerechtelijke kosten. Vaak vraagt men of het op basis van no cure no pay kan. Dat kan dus niet, maar onze oplossing is nog veel voordeliger voor de cliënt. Dat […]

Tjip Ridder

Lees meer
Default Image

Second opinion levert € 140.000,00 op!

In februari 2021 namen wij een dossier over van een rechtsbijstandsverzekeraar, omdat hun verzekerde, een man van toen 26 jaar, ontevreden was over de dossierbehandeling. Hij had begin 2017 een eenzijdig ongeval doorgemaakt en werd sindsdien bijgestaan door de rechtsbijstandsverzekeraar tegen de SVI-verzekeraar. Deze jongeman had tot het moment van de overname slechts € 1.200,00 […]

Tjip Ridder

Lees meer
© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks