Supermarkt aansprakelijk voor letselschade

Een supermarkt is volgens de rechter aansprakelijk voor de letselschade na een valpartij. Dat heeft de rechtbank in Breda onlangs bepaald in een procedure die was aangespannen tegen Jumbo.

Letselschade na valpartij

De verzoekster in de deelgeschilprocedure was in november 2009 in een vestiging van Jumbo gevallen.  Daarbij liep zij ernstig letsel aan haar schouders op. De verzekeraar van Jumbo, Nationale Nederlanden, heeft een schade-expert een onderzoek laten instellen. Daaruit bleek dat de vrouw ten val is gekomen ter hoogte van de bloemenopstelling voor de kassa’s. Voorts waren er geen getuigen van de valpartij en waren er geen camerabeelden bewaard gebleven. De daadwerkelijke oorzaak van de val zou niet vast staan. Nationale Nederlanden wijst de aansprakelijkheid voor de val en de letselschade dan ook af en wilde ook niet verder onderhandelen ove de hoogte van de letselschade.

Gevaarlijke situatie

Volgens de vrouw is zij ten val gekomen doordat er een pallet schuin lag omdat een medewerkster bezig was met het wijzigen van de opstelling van de bloemen en dat Jumbo al sinds 2007 gebruik maakt van de kubussen zoals in de winkel aanwezig zijn. De vrouw stelt zich op het standpunt dat Jumbo een gevaarzettende situatie in de supermarkt in het leven heeft geroepen door bij de kassa’s een lege pallet te laten staan en deze niet weg te schuiven onder een hogere pallet. Nu zij stelt over de lege pallet te zijn gestruikeld, is Jumbo – omdat Jumbo deze gevaarzettende situatie in het leven heeft geroepen zonder haar daarvoor te waarschuwen – op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg hiervan heeft geleden, dan wel is Jumbo aansprakelijk voor die schade als bezitter van een gebrekkige roerende zaak.

Volgens Jumbo staat de toedracht van het ongeval niet vast en heeft Jumbo niet gevaarzettend en dus niet onrechtmatig gehandeld jegens de vrouw. Voorts is niet voldaan aan de vereisten voor aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken. Jumbo verzoekt daarom vast te stellen dat zij niet aansprakelijk is voor ongeval en de letselschade, dan wel, als komt vast te staan dat Jumbo wel aansprakelijk zou zijn voor de gevolgen van het ongeval, om vast te stellen dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van de vrouw en dat de eventuele vergoedingsplicht van Jumbo wordt verminderd met de mate waarin de aan de vrouw toe te rekenen omstandigheden aan de schade hebben bijgedragen. Jumbo stelt dat die eigen schuld bij de vrouw er uit bestaat dat zij heeft verzuimd de nodige voorzichtigheid in acht te nemen bij haar bezoek aan de supermarkt.

Was het wel een deelgeschil?

De rechtbank moest ook nog iets vinden van het standpunt van Jumbo dat de zaak zich niet leent voor behandeling in deelgeschil. Volgens de rechtbank is het wel een deelgeschil, want het geschil over de aansprakelijkheid betreft immers een geschil aan het begin van het minnelijke onderhandelingstraject, die over het algemeen met zich mee zal brengen dat – zolang over de aansprakelijkheidsvraag nog geen overeenstemming is bereikt – geen (noemenswaardige) onderhandelingen over de vergoeding van schade zijn gevoerd. De rechtbank overweegt dat gelet op de stellingen van partijen vaststaat dat de discussie tussen partijen over de toedracht van het ongeval en de daarmee samenhangende aansprakelijkheid in een impasse is geraakt en dat een oordeel van de rechtbank hierover de buitengerechtelijke onderhandelingen op gang kan brengen. Volgens de rechtbank is het een deelgeschil zoals in de wet is bedoeld, het verweer van Jumbo wordt daarmee verworpen.

Toedracht van de valpartij

Volgens de rechtbank is niet in geding dat de vrouw ter hoogte van de bloemenopstelling is gevallen. Die bevindt zich – bezien vanuit het winkelgedeelte – voor één van de kassablokken in de supermarkt van Jumbo. Ook staat als onweersproken vast dat er sprake was van een gewone winkelvloer en dat er geen andere obstakels in de directe omgeving van de bloemenopstelling aanwezig waren. Jumbo heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat het verplaatsen van de emmers en de lage kubus zeer wel mogelijk is geweest op het moment van de dag dat de vrouw was gevallen. Die stelt dat zij is gestruikeld over de uitstekende punt van een lege vlonder die diende om bloemen op te presenteren. Die lege vlonder was weggeschoven omdat een medewerker bezig was met het verplaatsen dan wel neerzetten van bloemen op de hoge vlonder, aldus de vrouw. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst zij voorts naar de verklaring van haar zoon. Deze heeft verklaard dat hij, nadat zijn moeder gevallen was, haar overeind heeft geholpen, dat er geen water en/of aarde op de grond lag en dat er naast zijn moeder een leeg, verlaagd houten pallet op de grond lag.

Jumbo betwist dat de vrouw daadwerkelijk over een kubus gestruikeld is, omdat niemand nou eenmaal heeft waargenomen hoe zij is gevallen. Jumbo heeft aangevoerd dat het niet goed denkbaar is dat zij over een losse en lege kubus is gestruikeld omdat als de bloemen verkocht zijn, de lege emmers nog op de kubus staan en deze emmers door haar hadden moeten zijn opgemerkt. Volgens Jumbo luidt de instructie aan haar personeel dat als de lage kubus helemaal leeg is, deze onder de hoge kubus geschoven dient te worden. In beginsel staat er derhalve geen lege kubus in de winkel, aldus Jumbo.

Volgens de rechtbank heeft Jumbo niet gesteld dat de door haar genoemde instructie aan het personeel ook feitelijk is uitgevoerd op het moment van de valpartij. Van Jumbo had verwacht mogen worden dat zij haar algemene stelling dat het niet goed denkbaar is dat er ten tijde van het ongeval een losse lege kubus in de winkel stond, bijvoorbeeld door verklaringen van haar medewerkers over te leggen met betrekking tot de feitelijke situatie in de winkel ten tijde van het ongeval. Dit heeft Jumbo nagelaten, terwijl zij daartoe wel in de gelegenheid was. Voor de beantwoording van de vraag of Jumbo aansprakelijk is voor de gevolgen van de haar overkomen valpartij, dient te worden beoordeeld of Jumbo door de situering van de lage kubus een risico heeft geschapen dat onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet verantwoord was.

Kelderluikcriteria

De vraag of veroorzaking van schade door het in het leven roepen of het laten voortbestaan van een gevaarzettende situatie onrechtmatig is, kan niet uitsluitend worden beantwoord aan de hand van de vraag of sprake is van de mogelijkheid van een ongeval of aan de hand van de vraag of schade is ingetreden (Hoge Raad 9 december 1994, NJ 1996, 403). De rechtbank dient te toetsen aan de criteria van het ‘Kelderluik-arrest’ van de Hoge Raad van 5 november 1965 (NJ 1966, 136). In dit arrest is bepaald dat alleen in het licht van de omstandigheden van het gegeven geval kan worden beoordeeld of en in hoeverre aan iemand, die een situatie in het leven roept welke voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld dat hij rekening houdt met de mogelijkheid dat die oplettendheid en voorzichtigheid niet zullen worden betracht en met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen neemt. Daarbij speelt een rol de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, hoe groot de kans is dat dan ongevallen ontstaan, hoe ernstig de gevolgen van zo’n ongeval kunnen zijn en hoe bezwaarlijk het nemen van maatregelen is.

Volgens de rechtbank moet worden aangenomen dat een lege en betrekkelijk lage kubus voor de kassa’s in de supermarkt een gevaarlijke situatie oplevert. De rechtbank acht daarbij van belang dat uit de door Jumbo overgelegde plattegrond van de supermarkt en de foto’s van de bloemenopstelling (productie 2 en 3 bij het verweerschrift) volgt dat de bloemenopstelling en ook de lege kubus in het loopgebied voor de kassa’s hebben gestaan. Dat een lege kubus een gevaar oplevert heeft Jumbo zelf ook onderkend, nu zij (ook volgens haar eigen stelling) haar personeel heeft geïnstrueerd om eventuele lege (lage) kubussen onder de hoge kubussen te schuiven om de kans op een ongeval en of schade te minimaliseren.

Eigen schuld en oplettendheid

Een supermarkt als de Jumbo dient er voorts rekening mee te houden dat haar klanten niet altijd de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht nemen bij het lopen door de winkel. In een supermarkt zal de aandacht van klanten vooral gericht zijn op de winkelschappen en in dit geval, nu de vrouw wilde afrekenen, op de kassa’s, en dient de inrichting van de winkel daarop afgestemd te zijn ter voorkoming van ongevallen met klanten.

Volgens de rechtbank is, gelet op de hiervoor bedoelde mindere mate van voorzichtigheid en oplettendheid bij het winkelend publiek en de omstandigheid dat het hier een lage en lege kubus betreft, de kans dat een ongeval ontstaat door de aanwezigheid van een lage lege kubus in het loopgebied van een supermarkt, reëel. Ook hier geldt dat Jumbo die kans zelf ook als zodanig heeft ingeschat, nu zij haar medewerkers – ter voorkoming van ongevallen – had geïnstrueerd de lage kubus, wanneer deze leeg was, onder de hoge kubus te schuiven. Dat de vrouw bekend was met de kubussen met bloemen bij de kassa’s, maakt voorts niet dat zij bedacht diende te zijn op lege kubussen bij de kassa’s en maakt evenmin dat zij als gevolg daarvan meer voorzichtigheid in acht diende te nemen dan de gemiddelde winkelbezoeker.

Het vallen over een lege kubus in de onderhavige winkelruimte kan volgens de rechtbank leiden tot ernstige gevolgen, nu sprake is van een harde (tegel)vloer. Daarbij heeft in zijn algemeenheid ook te gelden dat indien een klant met een boodschappenmand in de hand onverwacht valt, zoals in casu het geval was, hij wordt belemmerd in het opvangen van de val met de handen en armen hetgeen tot een meer ernstig letsel kan leiden. Dan overweegt de rechtbank tot slot dat het voor Jumbo niet bezwaarlijk was om maatregelen ter voorkoming van ongevallen met de lege lage kubus te nemen. Ter zake gold immers al een (eenvoudige) instructie en deze instructie was ook aan de medewerkers van de Jumbo gegeven, zodat Jumbo door te werken conform de instructie, het ongeval eenvoudig had kunnen voorkomen.

Aansprakelijk voor letselschade

De rechtbank acht Jumbo op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de letselschade die de vrouw door het ongeval lijdt en heeft geleden. Het beroep op eigen schuld van Jumbo wordt afgewezen, omdat Jumbo alleen iets heeft gesteld, zonder het voldoende te onderbouwen.

Buitengerechtelijke kosten

Zoals altijd spelen de buitengerechtelijke kosten een (helaas) belangrijke rol. Jumbo heeft in zijn algemeenheid gesteld dat die kosten te hoog zijn. Dat is het verweer dat letselschadespecialisten maar al te vaak horen. Echte inhoudelijke argumenten wioirden dan niet genoemd, alleen dat het te hoog is. De kosten waren echter goed onderbouwd en gespecificeerd. Gelet op deze op voldoende wijze gespecificeerde buitengerechtelijke kosten vindt de rechtbank dat Jumbo ten aanzien van de verschillende kostenposten gemotiveerd had moeten aangeven waarom die niet in redelijkheid zijn gemaakt en waarom het aantal gedeclareerde uren per kostenpost te hoog is.

Jumbo heeft als verweer echter enkel in algemene zin aangevoerd dat het aantal gedeclareerde uren – in het licht van de redelijk beperkte correspondentie – onverklaarbaar is en het totaalbedrag haar hoog voorkomt. Met dit verweer heeft Jumbo naar het oordeel van de rechtbank de redelijkheid van de verrichte werkzaamheden, welke gelet op de specificatie overigens uit meer bestaan dan de gevoerde correspondentie, en de redelijkheid van de in verband daarmee gemaakte kosten onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat dit verweer wordt gepasseerd.

De rechtbank verklaart voor recht dat Jumbo aansprakelijk is voor de letselschade van de vrouw en veroordeelt Jumbo tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van zowel deze procedure als in het voortraject gemaakt.

© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks