‘Verzekeraars zitten met letselschade in hun maag’

Dat is de titel van een artikel in het Algemeen Dagblad van vandaag. De reden voor de moeilijke stoelgang en andere spijsverteringsproblemen van verzekeraars zouden de vele letselschadedossiers zijn waarin jaarlijks steeds meer zou moeten worden betaald. Begrijp ik het goed, dan weet de zegsman van het Verbond van Verzekeraars niet precies waardoor de stijging in schadelast wordt veroorzaakt. Er wordt gedacht aan een toename van het aantal zogenaamde deelgeschillen. Dat lijkt mij sterk en ik leg uit waarom.

Oorzaken hogere kosten letselschade dossiers

Ten eerste wordt naar schatting maar 5 – 10% van alle letselschadedossiers in Nederland ter beoordeling aan de rechter voorgelegd. Precieze cijfers zou het Verbond moeten kunnen produceren en anders het aparte orgaan van dat verbond dat zich met letselschade bezig houdt, te weten het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). Wellicht dat de invoering van de mogelijkheid om een deelgeschil (je legt niet de hele zaak voor, maar een onderdeel en daarna kun je er weer mee verder) aan de rechter voor te leggen, dat percentage enigszins heeft verhoogd. Nogmaals, het PIV zou met de cijfers moeten komen, maar uit anderen hoofde weet ik dat het PIV dergelijke cijfers meestal niet voorhanden heeft, althans niet aan de openbaarheid prijsgeeft.

Veel eerder denk ik, dat het bezuinigen op mankracht bij, of het weer reorganiseren van de afdelingen van verzekeringsmaatschappijen die zich met letselschadedossiers bezighouden, een belangrijke oorzaak is van het oplopen van de kosten. Wij merken dat het steeds moeizamer loopt omdat er te weinig handen aan het bed zijn. Daardoor loopt de behandelingsduur op en dus ook de schade en ook de zogenaamde buitengerechtelijke kosten lopen dan op. Dat zijn de kosten die een slachtoffer aan een verzekeringsmaatschappij in rekening mag brengen voor de ingekochte rechtshulp.

Te lage premies?

Laten we aan de andere kant ook niet vergeten, dat verzekeringsmaatschappijen elkaar de tent uit concurreren op het gebied van de premies. Met alle reclames en semi-aparte internetverzekeraars, wordt getracht klanten te lokken met aantrekkelijke, lage premies. Tja, die moeten wel de uitgaven dekken, lijkt mij. Een verhoging zal dan wellicht aan de orde zijn. Maar goed, met verzekeringsmaatschappijen hoeven we geen medelijden te hebben, er wordt weer genoeg verdiend met andere onderdelen.

Claimbereidheid

Ik merk voorts dat de claimbereidheid van mensen nog steeds toeneemt. Wellicht een vrucht van de gedachte, dat als er iets mis gaat in het leven, een ander daarvan de rekening gepresenteerd moet krijgen. Vroeger droeg een ieder zijn eigen schade, nu willen wij graag dat een ander de klos is, het liefst de overheid (want we betalen al zoveel belasting . . .), maar anders een verzekeraar (want die maken toch allemaal winst!). Dat zijn zo enkele veelgehoorde kreten, die wij niet direct tot de onze willen maken overigens.

Smartengeld

Tot slot mag niet worden vergeten dat er in Nederland – eindelijk – een discussie op gang is gekomen over de te lage smartengeldvergoedingen in Nederland, vergeleken met de ons omringende landen. Reeds enige tijd nemen letselschade belangenbehartigers daar een voorschotje op door al hogere claims voor smartengeld in te dienen. Alles wat je immers niet vraagt, krijg je echt niet ongevraagd aangeboden . . . .

Letselschadeadvocaat

In het artikel wordt een letselschadeadvocaat geciteerd, namelijk de voorzitster van de vereniging van letselschadeadvocaten, de LSA. Misschien niet geheel toevallig, houdt die vereniging vandaag haar jaarlijkse algemene ledenvergadering en wordt morgen in Krasnapolsky een congres gehouden. De voorzitster is van mening dat de invoering van de wet deelgeschillen heeft gezorgd voor een toename van de totale transactiekosten. Ik weet dat nog net niet, want door het fenomeen deelgeschil wordt als het goed is, de looptijd wel bekort. Immers, er komt eerder een standpunt van de rechter in kwesties die de partijen verdeeld houden en die ervoor zorgen dat een zaak maar niet kan worden afgerond.

Deelgeschil bij letselschade of overlijden

Dat een deelgeschil geld kost dat inderdaad door de verzekeraar moet worden betaald (mits redelijk natuurlijk), is op zich wel kostenverhogend, maar om er echt iets zinnigs van te kunnen zeggen, zou daar onderzoek naar moeten worden ingesteld. Zonder onderzoek kan, naar ik heb begrepen, al wel worden geconcludeerd, dat het vooral slachtoffers zijn die knopen willen doorhakken en een deelgeschil beginnen. Kennelijk gaat het bij verzekeraars allemaal wel lekker zonder deelgeschil. Liever langer aanmodderen (en een slachtoffer daardoor zo ver krijgen dat die uiteindelijk maar ja zegt tegen een voorstel), dan op onderdelen tot een conclusie komen dat één van beide partijen (on)gelijk heeft.

Moraal van dit verhaal?

Laat verzekeraars met harde cijfers komen die uitwijzen waar het kostenverhogende aspect in zit. Zij zijn de aangewezen partijen en leven bij de gratie van (schade-) statistieken. Daar baseren zij hun premies op. Dan moet er toch wel iets kunnen worden onderbouwd? Zonder onderbouwing vind ik het losse flodders, holle frasen waarmee we niet vooruit kunnen en de problematiek niet goed kunnen aanpakken.

© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks