Werkgever aansprakelijk voor letselschade door burn-out

Het Gerechtshof te Den Bosch, heeft, zo blijkt uit het op 18 november jl. gepubliceerde arrest, bepaald dat een werkgever rekening moet houden met de persoonlijkheidskenmerken van een werknemer. De werknemer stelde een burn-out te hebben opgelopen door de veel te hoge werkdruk. De werknemer stelde de werkgever aansprakelijk wegens schending van diens zorgplicht in een situatie dat de werknemer niet de indruk wekte het werk niet aan te kunnen.

Volgens de werkgever ligt het aan de persoonskenmerken van de werknemer dat er sprake is van een burn-out en niet aan de te hoge werkdruk. De karaktereigenschappen van de werknemer hebben een verhoogde kans gegeven op het ontstaan van een burn-out, te weten:

– moeite met nee zeggen;
– hard werken;
– alles goed willen doen;
– graag gewaardeerd willen worden;
– idealistisch of ambitieus zijn;
– plichtsgetrouw zijn;
– alles zelf willen doen.

De werkgever wees er voorts op dat  de werknemer tijdens het dienstverband op geen enkele wijze heeft laten blijken dat het opgedragen takenpakket te zwaar was en dat de werknemer ook zelf niet wist (of wilde weten) dat het werk een te zware belasting opleverde.

Het hof oordeelt hieromtrent als volgt. Gelet op de bekendheid van de persoonskenmerken van de werknemer had de werkgever erop bedacht moeten zijn dat de werknemer een bijzonder risico liep op burn-out-klachten wanneer zij met extra taken werd belast of met taken waarop zij niet voldoende voorbereid was. De werkgever had daarop haar beleid moeten afstemmen en meer de vinger aan de pols moeten houden. Weliswaar liet de werknemer niet blijken dat zij het werk teveel vond en gaf zij niet spontaan te kennen dat zij het werk (eigenlijk) niet aan kon (veeleer liet zij van het tegendeel blijken), maar dat doet niet af aan de verplichting van de werkgever om zelfstandig en uit eigen beweging na te gaan of en in welke mate de werknemer bijvoorbeeld nog aan het werk was op kantoor of elders, pauzes nam en werk mee naar huis nam, in aanmerking genomen het feit datde werkgever wist dat de werknemer moeite had om werkzaamheden te delegeren, perfectionistisch was tot op detail en moeite had los te komen van het werk. Dit bijzondere risico heeft de werkgever onvoldoende bewaakt, terwijl bewaking geboden was. Het hof komt tot de slotsom dat de werkgever niet heeft bewezen dat er is voldaan aan de zorgplicht en voorts dat vaststaat dat de burn-out door de werkzaamheden zijn ontstaan. De werkgever is dus aansprakelijik voor de letselschade door de burn-out.

Eigen schuld?

Het hof is van oordeel dat de werkgever zich kennelijk erop wil beroepen dat de schade mede een gevolg is van omstandigheden die aan de werknemer kunnen worden toegerekend en dat haar vergoedingsplicht daarom op de voet van artikel 6:101 BW moet worden verminderd. Dat is iets anders dan een beroep op proportionele aansprakelijkheid/kansschade. De onderhavige stelling van de werkgever behoeft voor de beoordeling van de thans voorliggende vordering geen bespreking en kan in de schadestaatprocedure aan de orde worden gesteld.

Voorschot

De werknemer vorderde een voorschot op de uiteindelijk te vergoeden letselschade van € 20.000,00, dat door het Gerechtshof werd toegewezen.

© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks