auto ongeluk

Moet ook de immateriële schade vergoed worden na een verkeersongeval?

In een zaak voor de Rechtbank Gelderland op 15 september 2015 moet de rechter de vraag beantwoorden of het slachtoffer naast een materiële schadevergoeding ook recht heeft op een immateriële schadevergoeding. Hij heeft na het ongeval aanhoudende fysieke en psychische klachten waardoor hij zijn werk niet meer kan uitoefenen. Hij vordert hiervoor een aanvullende schadevergoeding. Hoe oordeelt de rechter hierover?

De feiten

Op 1 juni 2014 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden tussen de verzoeker , rijdend op zijn scooter, en een verzekerde personenauto. De verzekeraar heeft aansprakelijkheid erkend voor de schade van verzoeker als gevolg van dit ongeval. De verzekeraar heeft in totaal een bedrag van € 2.800,- aan voorschotten betaald.

Ten tijde van het ongeval had de verzoeker een onderneming in damesmode en verleende hij betaalde mantelzorg aan zijn broer, die daarvoor een persoonsgebonden budget ontving. Na het ongeval heeft verzoeker aanhoudende hoofd-, nek, schouder-, rug-, heup-, knie- en beenklachten met daarnaast ook psychische klachten, slaapproblemen, vermoeidheidsklachten en concentratieproblemen. Door de klachten was hij niet in staat om te werken en liep hij inkomsten mis. Hij vordert van de verzekeraar € 54.000,-.

Verweer

De verzekeraar betwist, bij gebrek aan voldoende medische informatie en gegeven de problemen aan de rechterknie die al voor het ongeval bestonden, dat de gepresenteerde klachten en beperkingen een gevolg zijn van het ongeval. Daarnaast betwisten zij het verlies van inkomsten bij verzoeker.

Oordeel rechter

De rechter moet beoordelen of het bewijs dat geleverd is, voldoende is om de verzekeraar te veroordelen tot een aanvullende schadevergoeding.

De rechter constateert dat een schadestaat ontbreekt. Ter zake van het gemis aan inkomsten uit zijn onderneming heeft verzoeker geen toelichting of onderbouwing gegeven. Het enige wat hiervoor aangedragen is,  is de stelling dat de winst uit zijn onderneming € 1.000,- per maand bedraagt. De verzekeraar heeft als tegenbewijs naar de aangifte inkomstenbelasting gekeken, hieruit moet worden aangenomen dat de winkel geen winst genereerde.

Verlies van € 3.500,- netto per maand aan inkomsten als mantelzorger heeft verzoeker onderbouwd met een bankafschrift waaruit blijkt vier keer een bedrag van € 3.500,- is overgemaakt ter zake van PGB en vier keer een bedrag van € 540,00 ter zake van WMO. Uit dit bankafschrift kan niet worden afgeleid dat dit betaald is doordat verzoeker zorg verleend heeft. Tevens ontbreekt bewijs dat dit bedrag structureel netto uitgekeerd werd.

De rechter concludeert dat zodanig onzeker is dat verzoeker materiële en immateriële schade lijdt als gevolg van het ongeval, dat onvoldoende grond bestaat de verzekeraar te veroordelen tot betaling van de geëiste schadevergoeding.

Naschrift

Deze zaak laat zien dat het leveren van bewijs van groot belang is bij het verkrijgen van een aanvullende schadevergoeding. Indien u bijvoorbeeld onvoldoende kan aantonen dat u bepaald werk niet meer kan uitoefenen of de inkomsten niet kan aantonen, dan zal de vordering worden afgewezen.

Ridder Letselschade is een gespecialiseerd letselschadebureau en heeft jarenlange ervaring met het claimen van schadevergoedingen. Wij kunnen u helpen met het verzamelen van bewijs om de schadevergoeding te krijgen waar u recht op heeft. Neem contact met ons op voor een gratis adviesgesprek.

© Copyright Ridder Letselschade 2024 Powered by Online marketing bureau iClicks